Where is Gary?
In mei 2010 startte de belg Jean-Bapiste Dumont een
zoektocht naar een roodharige oplichter genaamd ‘Gary’ (Where is Gary?, 2010).
Gary had over heel Europa slachtoffers gemaakt door op vliegvelden aan
reizigers te vragen of ze hem geld konden lenen. Tegen iedereen vertelde Gary
hetzelfde verhaal: hij had geld nodig, om naar huis te kunnen reizen. Hij
beloofde de reizigers het geld terug te betalen, maar niemand heeft ooit een
cent terug gezien. Jean Bapiste Dumont was één van zijn slachtoffers, en besluit
achter Gary aan te gaan. Hij is niet uit op wraak, maar wil weten wat de reden
is achter dit bedrog. Hij start een website met interviews van oude
slachtoffers, maar ook nieuwe slachtoffers kunnen zich melden en hun verhaal
doen. Hierdoor ontstond een netwerk van burgers die een journalistiek verhaal
doen (zie de video hieronder).
Journalistiek 3.0
Steeds vaker komt het voor dat de ‘gewone’ burger de
journalist uit hangt. Deze nieuwe vorm van journalistiek door de burger noemen
we ‘burgerjournalistiek’ of in het Engels ‘citizen journalism’ (Lewis,
Kaufhold & Lasorsa, 2010). Voorbeelden hiervan zijn amateurvideo’s bij het
nieuws, maar ook het verspreiden van nieuwsberichten via sociale media zoals
Twitter, Youtube en Facebook.
De
burgerjournalist, een bedreiging…
Waar
verandering plaatsvindt, is kritiek. Niet iedereen is even blij met deze ontwikkeling, om verschillende
redenen. Groot (in Okkinga, 2011) denkt dat de traditionele
journalistiek zich bedreigt voelt. “Deze tijden kenmerken zich door de
‘enpowerment’ van individuen. Mensen met hun mobieltjes, hun
YouTubefilmpjes, hun blogs en hun kennis, zijn op ad-hoc basis gelijkwaardig
aan grote nieuwsorganisaties” (Laroes, 2009). Dat de inbreng van een burger
soms net zoveel gewaardeerd wordt als die van een opgeleide journalist, zorgt
voor spanningen. Daarbij heeft de burgerjournalist enkele zwakke punten (Reich, 2008). Ten eerste is de burgerjournalist geen onderdeel van een organisatie en vallen ze buiten de journalistieke kringen. Ze zijn niet gewenst op persconferenties, persreleases en worden niet op de hoogte gehouden van updates. Een tweede zwaktepunt is de inefficiëntie van hun werkverdeling. Burgerjournalisten vinden het vaak lastig een langere relatie te onderhouden met verschillende nieuwsrichtingen, waardoor ze constant op zoek zijn naar nieuwe onderwerpen en nieuwe bronnen. Als laatste heeft de burgerjournalist niet de journalistieke kennis van een professional. Ze missen niet alleen de juiste opleiding, maar leren ook minder snel binnen het vakgebied. Omdat de burgerjournalist meestal als ‘vrijwilliger’ te werk gaat, heeft deze niet genoeg tijd en is het productievermogen minder groot.
…of een verrijking?
De amateurjournalist heeft ook zijn sterke kanten
(Reich, 2008). Burgerjournalisten zijn goed in verhalen die zij tegenkomen in
technische of tekstuele bronnen (zoals het World Wide Web), persoonlijke ervaringen
en persoonlijke kennis (Trigt in Okkinga, 2011). Het in de intro benoemde
concept ‘Where is Gary?’(2010) is een voorbeeld een journalistieke zoekactie
die voortkomt uit persoonlijke ervaringen en persoonlijke kennis. Verder zijn
mensen geneigd een persoonlijk verhaal sneller te vertellen aan een bekende dan
aan een onbekende, waardoor de inzet van een burgerjournalist handig kan zijn.
Burgerjournalisten kunnen met minimale inzet van tijd en geld hun werk doen. Ze richten zich namelijk op eenvoudige zaken, waarvoor geen bronnen ondervraagd, vergeleken en verwerkt moeten worden. Dit is logisch, omdat zij niet hun brood verdienen met het journalistiek werk. Hiermee hebben zij een streepje voor op de opgeleide journalist, die geld wil voor zijn werk en hier ook meer tijd in steekt.
Het meest belangrijke voordeel van de burgerjournalist is wel dat hij gebeurtenissen kan observeren vanuit de eerste hand. Bij calamiteiten, zoals bijvoorbeeld de aanslag op het WTC, zijn de daar aanwezige burgers erg belangrijk voor het nieuws. Zij kunnen ter plekke direct de situatie filmen, fotograferen of verslaan. Een professionele journalist moet eerst op de hoogte worden gebracht van de gebeurtenis, en moet zich vervolgens nog daarheen verplaatsen.
De toegevoegde waarde van de burgerjournalist is groot. Immers, meer weten meer dan één. Door de snelle communicatiemiddelen van tegenwoordig, is het voor de amateur gemakkelijk zijn kennis te verspreiden en voor de professional gemakkelijk deze kennis te vinden.
De ontwikkelingen in de techniek en in onze maatschappij zullen mede bepalen hoe deze wijze van journalistiek zich in de toekomst verder zal ontwikkelen. De traditionele journalistiek zal net zoals andere aspecten van onze samenleving zich aan moeten passen aan de nieuwe 3.0 situatie. De burgerjournalist zorgt er op dit moment namelijk voor dat meer stemmen aan de traditionele nieuwswereld worden toegevoegd, wat een bredere kijk geeft op de wereld (Meegdes, 2011). Op deze manier is de burgerjournalist geen bedreiging, maar een verrijking voor de journalistiek van nu.
Bronnen
Laroes, H. (2009). Publiek in de toekomst. Geraadpleegd op http://weblogs.nos.nl/hoofdredactie/2010/01/06/publiek-in-de-toekomst-2/
Journalism Practice, 4, 163-179. Doi: 10.1080/1461670X.2011.557559
tussen camjo-items en items gemaakt door een cameraploeg [masterscriptie]. Geraadpleegd op http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2011-0906-200721/Scriptie%20Karin%20Meegdes.pdf
Okkinga, A. E. (2011). Journalisten: een bedreigde soort? Een onderzoek naar het gebruik
van publieksbijdragen binnen de NOS [masterscriptie]. Geraadpleegd op
http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2012-0221200448/Scriptie%20Albertine%20Okkinga.pdf
Reich, Z. (2008). How citizens create news stories. Journalism Studies, 9, 739-758. Doi:10.1080/14616700802207748
Where is Gary? (2010). Geraadpleegd op http://whereisgary.net/
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voor optimaal leesgemak bekijk je mijn blog met Google Chrome.
Voor optimaal leesgemak bekijk je mijn blog met Google Chrome.