woensdag 9 januari 2013

Eindoordeel

Na het schrijven van alle blogs, ben ik dan eindelijk bijna bij de finish! Er rest mij nog meer één ding: de slotblog. In deze blog komt aan bod in hoeverre ik de leerdoelen van de cursus heb kunnen halen en een evaluatie van de cursus zelf.

Kennis en inzicht (toepassen)
In mijn blogs heb ik aangetoond dat ik inzicht heb in de onderwerpen die behandeld zijn tijdens de cursus. Hier valt onder de semiotiek, de narratologie en hedendaagse beeldcultuur in haar verschillende aspecten. Soms had ik misschien wel dieper op de stof kunnen ingaan dan ik nu gedaan heb. De onderwerpen over hedendaagse beeldcultuur interesseerde mij het meest, en ik vind dat ik hierover ook de leukste blogs heb geschreven. Ook zijn deze blogs inhoudelijk beter dan de anderen. Dit had misschien mee te maken dat ik hier meer bekend mee was dan met narratologie. Het onderwerp 'het nieuwe vertellen' heb ik bijvoorbeeld uitgebreid behandeld in de cursus 'Transmedia Journalism'. 

Naast de theoretische achtergrond, heb ik deze inzichten toegepast op verschillende hedendaagse uitingen.  Ik heb mijn best gedaan originele en interessante uitingen te vinden. Ik vind de eerste twee leerdoelen dan ook goed geslaagd.

Oordeelsvorming
Deze cursus heeft mij geleerd af en toe met een andere invalshoek naar de wereld te kijken. Zo zal ik bij een film automatisch een beetje gaan analyseren: 'hé, dit is een overschouldershot!' en zal ik bij het zien van bepaalde objecten/tekens me de iconische, indexicale en symbolische relatie gaan afvragen. 

Aangezien dit geen 1e jaars cursus is voor mij, maar een 3e jaars, heb ik al erg vaak andere studenten moeten beoordelen. Ik weet van mezelf dat ik goed kan, collega-studenten vinden mijn input waardevol en ik zit meestal op eenzelfde lijn als de docent. Ik heb het in deze cursus alleen niet laten zien. Meestal vond ik dat de blogs al 'genoeg' tijd had gekost. Dit onderdeel van het leerdoel is dan ook niet voldoende.

Naar mijn mening kan ik mezelf prima beoordelen aan de hand van de leerdoelen. Over ieder leerdoel weet ik al wat ik wil zeggen, zonder dat ik de leerdoelen uit mijn hoofd heb geleerd, maar ik zat aan ongeveer dezelfde punten te denken voordat ik begon met het schrijven van deze blog. Ik heb niet ieder leerdoel perfect uitgevoerd, maar hier ben ik ook eerlijk over. Ik denk dat ik zelf best redelijk in zie wat ik wel en niet goed heb gedaan.

Het leerdoel 'oordeelsvorming' heb ik voldoende gehaald. Als ik mijn mede studenten ook had beoordeeld, was het goed geweest, maar dat kan ik nu helaas niet zeggen. Ik mis één onderdeel van dit leerdoel, vandaar: voldoende.

Communicatie
Ik heb een leuke en duidelijke schrijfstijl, qua schriftelijke communicatie zal het dan ook wel goed zitten. Ik heb echter geen presentatie gedaan, dus kan ik weinig zeggen over hoe mijn mondelinge communicatie tot uiting is gekomen in de cursus. De mogelijkheid was er om je aan te bieden een presentatie te doen, maar ook dit heb niet gedaan, eigenlijk vooral omdat ik geen zin of tijd had me daarvoor voor te bereiden. Ik geef mezelf toch nog een voldoende voor dit leerdoel, omdat ik wel vind dat ik verworven kennis, inzichten, toepasbaarheid en het resultaat van mijn oordeelsvorming online goed heb gepresenteerd. Als communicatiestudent had ik hier natuurlijk meer uit kunnen halen.

Leervaardigheden
Hoewel ik niet alle onderdelen van de leerdoelen gedaan heb (andere studenten beoordelen & de presentatie), heb ik wel veel geleerd van deze cursus. Ik was er veel mee bezig: ik kwam vaak naar de college's (zeker voor mijn doen), schreef iedere week een blog over de collegestof en heb de extra opdracht voor het laatste studiepunt gemaakt. Zoals ik al eerder zei, blijven bepaalde elementen van de cursus goed hangen, die tevoorschijn komen bij het kijken van een film bijvoorbeeld. Bepaalde kennis die ik heb opgedaan heb ik al toe kunnen passen op mijn huidige werk. 

De blogs zijn allemaal met een academische blik geschreven, evenals de extra opdracht. De invulling van het laatste studiepunt moesten wij zelf bedenken, wat ook wel enige zelfstandigheid aantoont. Ik heb de extra opdracht online gezet, zodat ik deze kennis kon delen. 

Ik acht mezelf dan ook zeker wel in staat het geleerde toe te passen in een masteropleiding of in werk. Ik ben overtuigd van mijn leervaardigheden, daarom beoordeel ik mezelf hierop 'goed'. 

Cijfer
Op drie punten heb ik 'goed' gescoord, op twee punten 'voldoende'. Ik twijfel dan ook erg tussen deze twee categorieën, maar gelukkig is er een middenweg: de zeven. Dit is dan ook het cijfer dat ik mezelf geef over de gehele cursus:
7

Evaluatie van de cursus
De cursus is goed opgebouwd: het is erg duidelijk wanneer er een 'nieuw' onderwerp aan bod komt, de overgangen zijn goed en de opdrachten zijn duidelijk. De cursus daagt je uit met de collegestof bezig te blijven, actief mee te denken en te doen en kennis te maken met het nieuwe leren. Normaal gesproken werk je met collegestof aan de hand van een essay, paper of werkstuk. Deze worden als Worddocument gemaakt, waardoor verder niemand dan de docent het werk te zien krijgt. De opdrachten die ik gedaan heb voor deze cursus staan echter allemaal online. Dit zou nog wel eens goed kunnen werken als portfolio. Niet alleen wordt de kennis gedeeld, ook laten wij als studenten anderen zien welke kennis we in huis hebben! Al met al ben ik erg tevreden over de cursus en de manier van werken. 

maandag 10 december 2012

Het publiek vertelt het verhaal

In mijn vorige blog ben ik al een beetje ingegaan op transmedia storytelling (het Efteling voorbeeld). In deze blog zal ik wat meer theoretische achtergrond geven.

Transmedia vs. crossmedia
Deze twee begrippen zijn niet hetzelfde. Het klopt dat beiden een verhaal vertellen over verschillende media. Transmaedia doet dit echter door ieder ingezet medium een apart stukje te laten vertellen: een TV reclame vertelt een gebeurtenis, die op internet wordt uitgewerkt tot verhaal en waarvan je de personages kunt volgen via Facebook. Crossmedia vertelt hetzelfde verhaal over verschillende media; het verhaal dat de verschillende media vertellen hoeft niet complementair te zijn. Het verhaal dat verteld wordt op TV, kan precies hetzelfde zijn als op internet (Kerkhofs, 2009). 

Henry Jenkins
In de video hierboven laat Henry Jenkins zien wat transmedia storytelling is. Hij stelde een aantal principes op, waaraan transmedia storytelling moet voldoen. Jenkins verstaat over het algemeen onder transmedia storytelling "een verhaal dat zich ontvouwt via verschillende mediakanalen waarin elk kanaal een distinctieve bijdrage levert aan de totale verhaallijn" (Boss & Dilli, 2012). Volgens Hille van der Kaa (persoonlijke communicatie, december 3, 2012) is het van belang dat transmedia storytelling niet lineair is, maar dat er op verschillende plaatsen en tijden in een verhaal gestapt kan worden. Er moeten meerdere 'entry points' aanwezig zijn in het verhaal, zodat de groep betrokkenen en volgers zich steeds verder kan uitbreiden. 

Engagement
Betrokkenheid, of ook wel engagement genoemd, is een ander belangrijk punt bij transmedia storytelling. Wanneer ik verschillende voorbeelden van transmedia stories vergelijk, valt me een aantal dingen op:
1. Zonder publiek, geen verhaal. Het publiek speelt een ontzettend grote rol. Het publiek speelt zelfs vaak een rol in het verloop van het verhaal. Er is een groep aanhangers nodig, om van het verhaal een succes te maken. 
2. Soms moet het publiek niet alleen passief meedoen, maar ook actief, zoals bij Conspiracy for Good. Hierbij werd de kracht van media en community ingezet voor een goed doel:
3. Als je deelneemt, ben je lid van een 'bijzondere community. De makers van een transmedia verhaal creëren vaak het idee dat de community niet voor iedereen bestemd is. Dit doen ze door niet iedereen zomaar toegang te geven (je moet door een zogenaamde selectie), of door te doen alsof de community geheim is. 

Boss, S. & Dilli, S. (16 juli 2012) Transmedia storytelling: de ontvanger als onderdeel van het verhaal. Geraadpleegd op: http://www.frankwatching.com/archive/2012/07/16/transmedia-storytelling-de-ontvanger-als-onderdeel-van-het-verhaal/ 

http://www.molblog.nl/bericht/transmedia-storytelling-de-toekomst-van-brandmanagement/

zondag 2 december 2012

Nieuwe verhalen: bottom-up, interactief en transmedia

Mijn allereerste blog 'Iedereen een journalist?' begon ik met een inleiding over de online interactieve zoektocht: 'Where is Gary?' (Where is Gary?, 2010). Wat ik toen duidelijk probeerde te maken, is dat Jean-Baptiste Dumont op een heel vernieuwende wijze een journalistiek verhaal verteld heeft. Aan de hand van een online community, waarbij input kwam van hem, van de slachtoffers van Gary en andere betrokkenen, spoorde hij in tien weken tijd de oplichter Gary op. Niet om hem een les te leren, maar om antwoorden te krijgen op de vraag: 'Waarom?'. De blogs die hierop volgden, behandelden verschillende theorieën over vertelwijzen, en hiermee lieten we Gary even achterwege en keerden we terug naar de traditionele manier van vertellen.

Bottom-up en interactief
Deze traditionaliteit past niet meer in samenleving 3.0. Steeds vaker zien we dat verhalen op de Where-is-Gary-manier verteld worden: bottom-up en interactief. We zien een verschuiving van een mechanistisch wereldbeeld, naar een postmodern wereldbeeld. Een lineaire vertelling past in een mechanistisch wereldbeeld: de gebeurtenissen in een verhaal volgen elkaar logisch op en het sujet is eenvoudig te reconstrueren. De maker bepaalt het verloop van het verhaal. In het postmoderne wereldbeeld is er sprake van interactieve vertelling: zowel de maker als de ontvanger(kijker/lezer/luisteraar) hebben invloed op de loop van het verhaal. Het publiek krijgt invloed op het eindproduct (Van Driel, persoonlijke communicatie, november 26, 2012). In 2010 deed YouTube bijvoorbeeld een oproep aan mensen om één dag van hun leven te filmen. Deze beelden werden gemonteerd, waardoor de documentaire: 'Life in a day' ontstond. Bekijk de film hier

Transmedia
Daarnaast is het niet meer zo dat een verhaal via één medium verteld wordt, maar terugkomt in meerdere media (transmedia). Neem bijvoorbeeld Ravelijn, een multimediaal verhaal binnen de Efteling. Ravelijn de in 2011 geïntroduceerde nieuwe parkshow van de Efteling, maar werd vertaald naar een televisieserie, een boek en een online game. In elk medium werd dezelfde stijl en muziek aangehouden. Vergelijk hieronder de parkshow en de televisieserie:



Het publiek de macht?
We moeten ons echter niet vergissen in de invloed die we werkelijk hebben. Het lijkt nu alsof producenten ons laten beslissen, maar uiteindelijk is dit niet zo. Voor de documentaire 'Life in a day' heeft de regisseur besloten welke beelden gebruikt werden en hoe deze terugkwamen in de documentaire. Hetzelfde is het geval bij video's waar we kunnen doorklikken (op de helft van de video kun je kiezen voor de ene of voor de andere afloop). Het lijkt alsof wij de afloop kunnen betalen, maar eigenlijk zijn er maar twee vooraf bepaalde keuzes, die precies verlopen zoals de producent bepaald heeft. 

Kennis overdacht
Wat ik hieruit zelf kan concluderen is dat het nieuwe vertellen vooral een manier is om alle creativiteit en ideeën te benutten. Een dag in het leven van 3000 mensen levert waarschijnlijk een interessantere documentaire op dan een dag in het leven van één persoon. Het is een vorm van kennis overdacht: door input te vragen van anderen, kijk je verder dan je eigen kaders. De producent creëert een product dat gevormd is naar zijn publiek (omdat zijn publiek zelf input heeft gehad)  en dat een verzameling is van creativiteit en ideeën. 

Bronnen
Where is Gary? (2010). Geraadpleegd op http://whereisgary.net/ 

woensdag 14 november 2012

Spelen met de werkelijkheid

Gedurende de cursus zijn er al enkele lastige vragen naar boven gekomen. Zo hebben we ons eerder afgevraagd wat betekenis is en hoe we eigenlijk moeten interpreteren. Eenzelfde abstract begrip dat past in dit rijtje is 'werkelijkheid'. Wat is werkelijkheid? 

Wat vindt Peirce?
Onze steeds terugkerende vriend C.S. Peirce onderscheidde twee vormen van werkelijkheid (Van Driel, persoonlijke communicatie, november 12, 2012): reality en existence. Reality is volgens Peirce alles wat we weten en zouden kunnen weten, dus ook wat we zouden kunnen weten in de toekomst. Met existence bedoeld Peirce alles wat we weten, op dit moment.

Werkelijkheid voor en achter de camera
Beelden bevatten verschillende vormen van werkelijkheid (Van Driel, persoonlijke communicatie, november 12, 2012). Als eerste is er de wereld van het verhaal. Dit noemen we de diegese. Hierbij is er sprake van een gecreëerde werkelijkheid: deze werkelijkheid houdt bij wijze van spreken op te bestaan wanneer de camera's stoppen met draaien. De hoofdpersoon is niet langer meer de hoofdpersoon, maar de acteur. De wereld die zich afspeelt wanneer de camera's wel draaien, dus voor de camera, noemen we de pro-filmische werkelijkheid. 
Ten tweede kunnen we bekijken hoe het verhaal zich verhoudt tegenover de buitenwereld. Deze buitenwereld is ook wel de a-filmische werkelijkheid: een werkelijkheid die blijft bestaan, ook wanneer de crew weg is. 

Reality-tv: werkelijkheid voor de camera?
Wat is de werkelijkheid van Truman in 
de film 'The Truman Show'? Hij is een 
speler in een serie over zichzelf, zonder
dat hij dit zelf weet en mag weten. 
We kunnen ons hierbij wel afvragen hoe het zit bij reality-programma's. De deelnemers hieraan zijn namelijk geen acteurs: wat zij doen heeft consequenties voor hun echt leven en de keuzes die zij maken doen zij in hun eigen naam. In dit geval is er geen sprake van gecreëerde werkelijkheid, terwijl ze wel voor de camera staan. Ze kunnen zich echter wel anders gedragen dan dat ze normaal gesproken zouden doen, om een spel te winnen of om aandacht van kijkers te trekken. In dit geval is er wel enigszins sprake van een gecreëerde werkelijkheid. Verschil is alleen dat het voor hun persoonlijke leven grotere gevolgen zal hebben dan bij professionele acteurs. De film 'The Truman Show' speelt hier grappig op in. Truman is opgegroeid op een filmset. Hij weet niet anders dan dat dit zijn echte wereld is. Hij is echter de enige die niet weet dat hij in een televisieserie zit. Hij gelooft, dat alle (vreemde) dingen die gebeuren in zijn leven, echt zijn. In de film volg je Truman in een zoektocht naar zijn werkelijkheid. 

Beeld & werkelijkheid: drie relaties
Er zijn drie relaties tussen de werkelijkheid (de a-filmische werkelijkheid) en het beeld (de gecreëerde werkelijkheid)(Van Driel & Coumans, 2005):

1. Een beeld dat representeert: een film of foto kan waarheidsgetrouw de werkelijkheid weergeven. Er wordt hierbij niet of vrijwel niet gebruik gemaakt van overdrijving. Alles wordt weergegeven zoals het werkelijk is. 
2. Een beeld van de overbodige werkelijkheid: een uiting van beeldcultuur veranderd ons beeld van de werkelijkheid. Aan de hand van de uiting vormen we een mening over het onderwerp en kunnen we 'afwijkend gedrag' over het hoofd zien (we kijken niet verder dan onze neus lang is). We vormen een stereotype beeld van iets, en dit stereotype laten we niet los. 
3. Het journalistieke beeld: Het journalistieke beeld kan ervoor zorgen dan we een eenduidig beeld creëren over een bepaald onderwerp. Maar dit niet alleen: het journalistieke beeld is sterker. Het kan de werkelijkheid zelf beïnvloeden. Er ontstaat dan een tweerichtingsverkeer tussen beeld en werkelijkheid. Door het beeld reageren wij namelijk anders op bepaalde gebeurtenissen. 

Operatie Doorbraak 

De  mensen maakten gaten in het ijs

waar de walvissen naar boven 
konden komen.
Een voorbeeld van hoe het journalistieke beeld de werkelijkheid kan beïnvloeden is 'Operatie Doorbraak'. In 1988 zaten drie grijze walvissen bekneld in een pak ijs in de Beaufort zee, in de buurt van Point Barrow in Alaska. De Inuit gemeenschap, de inwoners, probeerden met een kettingzaag een pad in het ijs te snijden naar het open water. Dit leidde echter niet tot succes.

Een journalist vond de drie walvissen wel interessant, en een week later verscheen het eerste nieuwsbericht over de walvissen. Dit leidde tot een enorme golf aan media-aandacht, heel Amerika leefde met de walvissen mee. De hele bevolking wilde dat de walvissen gered zouden worden. Uiteindelijk werden daardoor twee ijsbrekers van de Sovjet-Unie ingezet, op verzoek van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, om de walvissen te redden. De jongste walvis heeft het niet overleefd, de oudere twee hebben wel op tijd kunnen ontsnappen. De reddingsactie kostte de Verenigde Staten 1 miljoen dollar...

Hoewel er achteraf dan ook veel vraagtekens werden gezet bij de actie, is aan de hand van het verhaal een film gemaakt, genaamd 'big miracle', die vooral de positieve kant van het gebeuren benadrukt.

Wanneer er geen beelden waren opgedoken van de gevangen walvissen, hadden ze het waarschijnlijk niet overleefd. In ieder geval niet met de hulp van de Amerikaanse overheid. De journalistieke beelden die verschenen in de media hebben de werkelijkheid beïnvloedt, of ook wel de toekomst een andere draai gegeven.


Bekijk hier een beelden van de gevangen walvissen:

Bekijk hier de trailer van 'big miracle':


Bronnen

Alissa. (2012). Big Miracle: Exploring the History Behind the Movie with Articles & Activities. Verkregen via http://www.funfindsforfamilies.com/big-miracle-exploring-the-history-behind-the-movie-with-articles-activities/ 


CieonMovies. (2011, oktober 2011). BIG MIRACLE Trailer 2012 - Official [HD] [Video file]. Verkregen via http://www.youtube.com/watch?v=fwavA7RIVpQ

Neogiman. (2012, februari 2012). Passage to Freedom [Video file]. Vekregen via http://www.youtube.com/watch?v=MisnfN0XRLY

Peter Biziou - Cinematographer. (2010). Verkregen via http://ncowie.wordpress.com/2010/06/25/peter-biziou-cinematographer/ 

Van Driel, H. & Coumans, A. (2005). Het onverstelbare. De werkelijkheid van het beeld. Over Der Untergang en het beeld van de holocaust.

zondag 4 november 2012

Interpreteren kun je leren

In de afgelopen twee blogs gaf ik twee verschillende analyses bij bepaalde beelden. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van interpretatie, maar klopte deze wel? Was mijn interpretatie wel legitiem? In deze blog zal ik legitimiteit van interpretatie uitleggen om vervolgens een pragmatische analyse te geven met uiteraard een legitieme interpretatie. 

Wat is interpreteren?
In de cursus Beeldcultuur worden twee visies op semiotiek genoemd (H. van Driel, persoonlijke communicatie, oktober 29, 2012). De eerste is de, al vaker besproken, Peirciaanse visie. Peirce is de man van firstness, secondness en thirdness (je geheugen even opfrissen kun je hier doen). Taalwetenschapper Ferdinand de Saussure legde de nadruk meer op het structuralisme (Percival, 1981). Saussure maakt een tweedelige indeling van het teken: vorm en inhoud. De vorm is het concreet gerealiseerde teken, de inhoud is het (mentale) concept waarnaar het verwijst. Volgens de structuralistische visie van semiotiek zit de betekenis in een teken. 

Hans van Driel (2008) geeft drie vormen van interpreteren:
1. De niet-bewuste vorm: kleuren, vormen en woorden herkennen we volledig automatisch.
2. De voor-bewuste vorm: Tekens in onze omgeving geven ons signalen, waar we vanzelfsprekend op reageren (zonder er verder bij na te denken). Wanneer een voetganger oversteekt op een zebrapad, dan stoppen we. Wanneer we buiten iedereen met een muts en een sjaal zien, weten we dat het koud is buiten.
3. De bewuste vorm: Dit betekend dat we actief en 'handelend' te werk gaan bij interpreteren. Een teken geeft ons een raadsel, waar we een verklaring voor proberen te vinden. We vervangen het teken door een ander teken. 

De drie vormen kunnen door ons leven heen switchen. Wat we eerst bewust interpreterende, kan nu onbewust gaan of andersom. Als kind verbaasden we ons bijvoorbeeld veel meer over de wereld dan nu: als kind is alles een raadsel en heb je veel vragen. Ondertussen zijn bepaalde zaken gewoon geworden en interpreteren we deze nu voor-bewust. Andersom kunnen bejaarden moeite krijgen met het automatisch interpreteren, ze kunnen bijvoorbeeld vergeten waar een rood licht bij een stoplicht voor staat. Zij moeten soms bewuster nadenken over tekens. 

Wat maakt een interpretatie legitiem?
Er zijn drie opties die een interpretatie legitiem maken (Van Driel, 2008). Met een interpretatie wil je de betekenis van een bepaald teken achterhalen, maar er zijn meerdere soorten betekenissen. De auteur heeft bijvoorbeeld een andere betekenis bedoeld dan die de kijker er aan geeft. Vandaar dat we komen op drie opties:
1. Een legitieme interpretatie is een reconstructie van de bedoeling van de auteur. 
2. Opdat we de bedoeling van de auteur nooit kunnen achterhalen, is het werk zelf doorslaggevend. 
3. Het werk levert de elementen voor hetgeen de kijker zelf samenstelt. 

In principe leveren de auteur en het werk de ingrediënten waaruit jij zelf een maaltijd samenstelt. Dit maakt de vraag wanneer een interpretatie legitiem is fout: er is geen onderscheid tussen een legitieme interpretatie en een waanzinnige interpretatie. Een interpretatie is namelijk welke betekenis jij eraan geeft. Je neemt wat voor jou bruikbaar of interessant is. Bijvoorbeeld: een paraplu gebruik je om je hoofd droog te houden in de regen.Dat zou de 'legitieme' interpretatie zijn. Maar wat nou als jij bij een paraplu direct denkt aan een dansobject? Of als je de paraplu liever gebruikt als wandelstok? Of om iemand op afstand te houden, als wapen of schild? De interpretatie is legitiem doordat jij hem legitiem acht. 

Een pragmatische analyse aan de hand van de drie opties

Hiernaast zie je een foto van Viviane Sassen, een Nederlandse fotografe. Kenmerkend aan haar foto’s is het feit dat ze vaak haar modellen in de schaduw afbeeldt. Daarnaast fotografeert ze graag Afrikaanse mensen. Wanneer deze in de schaduw worden afgebeeld, ligt dit al snel gevoelig. Veel van hen menen dat ze hierdoor minderwaardig worden afgebeeld, terwijl Sassen dit ook doet bij blanke mensen. Ook wordt het vaak als shockerend gezien als vrouwen op een dergelijke manier worden afgebeeld.

Wat nu precies de bedoeling is van de auteur, weten we niet. Omdat ze ook blanke personen en mannen op deze manier afbeeldt, is het onwaarschijnlijk dat ze zwarte mensen of vrouwen wil beledigen, of dat ze het beeld shockerend bedoelt. Dat we de werkelijke bedoeling niet weten, brengt ons naar optie twee. Het werk zelf geeft ons echter niet veel informatie over de bedoeling die erachter zit. Nu ben ik aan zet, ik mag dus in alle vrijheid een legitieme interpretatie geven. Ik zelf had, zonder enige voorkennis, net als vele andere mensen ook gedacht dat de fotografe heeft willen shockeren met de foto door een zwarte vrouw met haar gezicht in de schaduw te zetten. Nu ik echter weet dat ze dit ook bij blanke personen en mannen doet, denk ik dat ze een andere bedoeling had: namelijk een onderscheidend, indrukwekkend portret maken. Het portret blijft hangen bij de kijker, omdat het vragen oproept. Waarom staat de vrouw in de schaduw? Waarom is het een zwarte vrouw? Waarom staat alleen haar gezicht in de schaduw? Viviane Sassen heeft een ander soort portret durven maken dan dat wij gewend zijn (het gezicht in volle licht), en trekt hiermee de aandacht. Dit maakt voor mij de foto interessant en daarmee ook mooi. 

Bronnen

Sassen, V. (z.j.). Viviane Sassen. Verkregen via http://www.vivianesassen.com/#/flamboya


W. Keith Percival, 'The Saussurean paradigm: Fact of Fantasy?'. Semiotica 36 (1981), 33-49.

zondag 21 oktober 2012

Verhaalanalyse

Introductie van het fabelschema
In mijn vorige blog is de paradigmatische analyse (beeld, montage, geluid) behandeld, deze keer komt de syntagmatische analyse (het verhaal) aan bod. Ter inleiding kom ik weer terug op het teken-object schema. Hieronder is dit schema aangepast op verhalen (H. van Driel, persoonlijke communicatie, oktober 22, 2012):


De stippellijn houdt wederom in dat dit nooit een rechtstreekse verbinding kan zijn, maar dat het altijd noodzakelijk is één of meerderde tekens te gebruiken. Je zou kunnen zeggen dat sommige dingen gewoon 'feiten' zijn, en dus niet meer aangetoond hoeven te worden door middel van een teken. Bijvoorbeeld: 'Ik ben geboren', is een feit. Maar dit feit schrijf ik nu op door middel van taal, het teken. Ik zou het ook kunnen bewijzen aan de hand van een geboortekaartje, maar dit is dan ook een teken. Kortom, ook feiten hebben tekens nodig om op te staan.

In het verhaalschema zien we onder 'teken' twee nieuwe begrippen staan: sujet en style.
Het sujet houdt datgene in dat wordt afgebeeld. Wanneer je dit omschrijft, ben je eigenlijk aan het interpreteren, iedereen kijkt namelijk op een andere manier naar een beeld. Vraag bijvoorbeeld drie verschillende mensen een film na te vertellen, en je krijgt drie verschillende verhalen. Het sujet is herhaalbaar; je kunt het terugkijken (bijvoorbeeld terugspoelen op video of dvd). De sujet is hiermee gekoppeld aan de kijker.

De style is alles wat met instrumentatie te maken heeft. Welke techniek is gebruikt, welk materiaal en welke cameraposities? De style hoort hierdoor  bij de maker.

De fabel of ook wel fabula genoemd, is de reconstructie op basis van de aangeboden beelden en geluiden door de kijker wat zich zou kunnen hebben afgespeeld. De fabel bestaat dus niet binnen de tekst. De fabel verschilt ook weer per persoon, alhoewel de verschillende vertellingen wel dicht bij elkaar kunnen liggen, omdat we ook gemeenschappelijke ervaringen bezitten. De fabelrecontrustie wordt gemaakt in logische, dan wel chronologische volgorde.

Drie verschillende vertelwijzen
Bordwell geeft ons vijf verschillende vertelwijzen (H. van Driel, persoonlijke communicatie, oktober 22, 2012), waarvan ik er drie ga toelichten.

De eerste is de klassieke vertelwijze. De constructie van deze vertelwijze is linear: het verhaal is overzichtelijk, oorzaak- en gevolgconstructies zijn helder. De montage die gebruikt wordt bij de klassieke vertelwijze is gestructureerd en gaat volgens een bepaald patroon. Wanneer bijvoorbeeld een persoon een identiteit krijgt (zijn levensverhaal vertelt), wordt deze persoon in close-up getoond. Ook de muziek gaat volgens een vast patroon, deze zal meestal beginnen bij het begin van een bepaalde actie. De sujetstructuur van de klassieke vertelwijze kenmerkt zich door twee verhaallijnen: een (hetero-seksuele) liefdesgeschiedenis en een parallel lopend verhaal. Beiden verhaallijnen bevatten een conflict (bijvoorbeeld: twee mensen kunnen niet bij elkaar zijn), veroorzaakt door het streven naar de oplossing van een probleem, raadsel of verlangen (ze zijn verliefd en willen graag bij elkaar zijn). Het is voorspelbaar hoe een klassiek verhaal eindigt.

De tweede vertelwijze is de Art cinema vertelwijze. Dit zijn de paar jaar geleden zogenoemde 'filmhuis films' of ook wel de 'VPRO films'. De films zijn niet altijd gemakkelijke kost, maar zijn films die je aan het denken zetten, waar over nagepraat wordt. Ze bevatten geen duidelijke causale verbanden tussen gebeurtenissen, maar wel vloeiende overgangen tussen de objectieve en subjectieve werkelijkheid. De nadruk van de art films ligt op de toevallige samenloop van omstandigheden. Ze bestaan vaak uit losse fragmenten en hebben meestal een open einde. De verteller van de films is niet alwetend en niet betrouwbaar. Hij toont de werkelijkheid zoals deze ervaren wordt door de personages. Daarom wordt de artfilm ook wel gekenmerkt door de nadruk op de 
aanwezigheid van de camera en de experimenten met licht, kleur, geluid en de montage. 

De parametrische vertelwijze is de derde variant. Dit is een experimentele, vervreemde film. Het sujet wordt gedomineerd door de style, en staat dus niet in dienst van de fabelconstructie. De nadruk wordt op de vormgeving gelegd, niet op het verhaal. Het is moeilijk een patroon te ontdekken in de style. Hiervoor heb je ervaring en een andere manier van kijken nodig: niet gericht op de fabel, maar gericht op herkenning van de stijl. 
Vaak zorgen deze films voor een soort trance-achtig gevoel. 

Een syntagmatische analyse
De scène die ik ga analyseren komt uit de film 'The Notebook'. De film komt uit 2004, maar speelt zich af tussen 1946 en ongeveer 1996. Het verhaal gaat over Allie en Noah. Allie Hamilton, een rijk 17-jarig meisje, brengt haar zomer door in Seabrook, waar ze Noah Calhoun ontmoet. Noah werkt op een houtzagerij met Fin, de vriend van Allie's goede vriendin Sarah. Noah ziet Allie op de kermis en wordt direct verliefd op haar. Deze kermisscène is de scène die ik ga analyseren. 

De kermisscène: 





The Notebook is een typische Hollywood film, en de klassieke vertelwijze is dan ook goed terug te zien in deze film. Allereerst is de Notebook een liefdesverhaal van twee mensen die niet bij elkaar kunnen zijn. Hierom ontstaat er een conflict, maar zoals je al kunt voorspellen, komen de geliefden toch weer bij elkaar uit. Het verhaal is chronologisch opgebouwd, waarvan deze scène het begin is. 

Ook in deze scène is de montage gestructureerd. We zien twee jongens op de kermis, waarvan er één een leuk meisje spot. Noah is erg onder de indruk van Allie, en dit wordt dan ook versterkt door de montage. De camera laat het lachende jongedame steeds in close-up zien, waar Noah (op medium camera afstand) dromerig naar staat te kijken.  Ook de vastberaden ondeugende blik van Noah, wanneer hij het idee krijgt op het reuzenrad in te springen, wordt in close-up getoond. Door middel van de close-ups worden de emoties versterkt. De camera stand en bewegingen zijn afhankelijk van de personages: iedere keer staan de personages centraal in beeld, en wordt er op ooghoogte gefilmd. 

Onder de gehele scène staat een geluidsbandje met kermisgeluiden, omdat de scène zich op de kermis afspeelt. De muziek geeft een speelse, vrolijke en ouderwetse (het is duidelijk dat de scene zich al een paar jaar geleden afspeelt, niet in het nu)  sfeer. De muziek begint rustig. Wanneer Noah Allie ziet, beginnen er trompetten een vrolijk deuntje te spelen. Ook het moment waarop Noah besluit het reuzenrad in te springen, zijn de trompetten duidelijk aanwezig. Op momenten van conversatie zijn de trompetten stil en zijn de achtergrond geluiden rustig. 

Bronnen

Favscenes1. (2009, september 2009). The Notebook : Noah meets Allie [Video file]. Verkregen via http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=1gDTFygaSws

  

woensdag 3 oktober 2012

Een paradigmatische analyse

Hoe bewust ben jij?
Heb je ook wel eens meegemaakt dat je diep in gedachten verzonken was, en dat er ineens iemand naast je voor je gezicht zit te zwaaien? Je was even in je eigen denkwereld, en je er niet bewust van dat je voor je uit aan het staren was. Je zou je bewust kunnen zijn van het staren, immers wanneer iemand je erop wijst door voor je gezicht te zwaaien wordt je je hier bewust van. Er zijn dus eigenlijk drie soorten van bewustzijn (Van Driel, persoonlijke communicatie, oktober 1, 2012): niet bewustzijn, voorbewustzijn (je zou het kunnen zijn) en bewustzijn. Alhoewel niet bewustzijn een lastige term is, je kunt je immers van vrijwel alles bewust maken.

Bij televisie en film is geluid het aspect waar we ons het minst bewust van zijn. De achtergrondmuziek missen we pas, wanneer deze er niet meer is. Hiermee is geluid een typisch voorbeeld van voorbewustzijn: we zouden ons er wel bewust van kunnen maken, bijvoorbeeld door middel van een analyse.

Paradigmatische & syntagmatische analyse
We kennen een aantal verschillende analyses in de semiotiek. Een eerste is de pragmatische analyse, die zich bezich houdt met de betekenis. Een tweede is de referentiële analyse, die zich richt op de referent. De derde analyse, waar ik vanaf nu verder op doorga, is de paradigmatische/syntagmatische analyse. Deze analyse bevat een nauwkeurige beschrijving van het teken.

Bij de paradigmatische kant van de analyse analyseer je het beeld, de montage en het geluid van het fragment, oftewel de buitenkant. De binnenkant, de inhoud, behandel je in het syntagmatische deel van de analyse. We zouden hierop de theorie van Peirce weer kunnen toepassen. Het paradigma, de reeks aan mogelijkheden, valt onder firstness. Het syntagma, de combinatie van de keuzes, is secondness.

The Bourne Ultimatum
Ik ga de paradigmatische analyse toepassen op een filmfragment van 'The Bourne Ultimatum'. De film is het derde deel in de Bourne-reeks na 'The Bourne Identity' en 'The Bourne Supermacy'. Dit fragment bevindt zich aan het begin van de film. Onderweg naar Parijs leest Bourne een artikel in 'The Guardian' waarin journalist Simon Ross hem omschrijft als een CIA-agent. Bourne nodigt Simon Ross daarom uit op Station Waterloo in Londen. Ross blijkt echter zonder het te weten onder toezicht van de CIA te staan. Bourne merkt de aanwezigheid van de agenten op het station op en probeert Ross te agenten te laten ontwijken. Hij stopt ongemerkt een prepaid mobiele telefoon in zijn jaszak waardoor hij instructies geeft. 


Het fragment begint met Bourne in beeld. Hij bevindt zich op het station. Het is er druk, rumoerig. Bourne loopt, en de camera schudt mee in zijn looptempo. We zien de iets wat angstige en gespannen journalist Ross. Bourne geeft hem de instructie zijn schoen te strikken, zodat hij niet gespot wordt door de agenten om hem heen. Wanneer Ross dus omlaag duikt om dit te doen, beweegt de camera mee omlaag. Op dit moment begint duidelijk spannende muziek. Deze muziek is vrij duidelijk aanwezig, maar is wat zachter wanneer iemand iets zegt.

Alle shots zijn neutraal, niet vanuit het zichtveld van een persoon. De camera laat overal 'mogelijke' agenten zien, waarvan Ross vermoedt dat ze hem achterna zitten. Ook laat de camera duidelijk het draaien van de beveiliginscamera zien. Een cruciaal punt, want Bourne wacht hierop zodat Ross door kan lopen. De camera beweegt van Bourne naar de beveiligingscamera en switcht dan weer naar Ross. We zien hier eigenlijk twee omgevingen: de omgeving van Bourne en de omgeving van Ross, die samenkomen wanneer Bourne en Ross aan elkaar voorbij lopen.

Er wordt een ruimte getoond met agenten achter beveiligingscamera's. De sfeer is heer hectisch, dus de camera beweegt ook hectisch: hij wisselt snel en een beetje chaotisch tussen de hoofdagent en de rest van de ruimte. Iedere keer wanneer de hoofdagent een bevel geeft, staat de hoofdagent in close-up. 

De camera laat ons steeds zien waar Bourne naar toe kijkt. Zo laat de camera bijvoorbeeld een beveiligingscamera bij het informatiebord zien en geeft hiermee aan dat Bourne alle beveiligingscamera's om zich heen in de gaten houdt. Bourne wil Ross langs de camera's heen leiden zodat de agenten hem niet zien, maar Ross schrikt van een 'verdachte' vuilnisman, rent weg en wordt dan gespot door een beveiligingscamera. Hierna wordt het hele scherm blauw en onscherp, alsof je echt door deze beveiligingscamera kijkt (een beveiligingscamera perspectief). 

De ruimte met de agenten wordt weer getoond. Zij zien Ross ook. Vanaf hier verandert de muziek: de muziek wordt wat hoger. Dit zorgt voor een nog meer spannende sfeer. Het geeft aan dat 'het' nu gaat gebeuren allemaal. 

We zien een overshoulder-shot van Ross, wat het idee geeft dat hij achtervolgd wordt (wat in principe ook zo is, namelijk door ons;)). 

Er loopt een agent een trap op, maar dit shot wordt van onderen gefilmd. We zien alleen zijn benen. Dit geeft nog meer het effect dat de agent omhoog loopt, en we zien ook hoe dreigend hij zijn passen zet. Eenmaal boven zien we zijn gezicht in een close-up. Hij heeft een strijdgezicht, hij is klaar voor de actie. De muziek is hier wat zwaarder. 

Hierna volgt een medium long shot van Ross, waarin de camera naar rechts beweegt en we zien dat de agenten hem op de hoede zitten. Bourne houdt het allemaal in de gaten op afstand, hij staat tussen de menigte. Nu wordt Ross van voren gefilmd, waardoor we weer zien dat iemand hem volgt. We zien Bourne van voren, gevolgd door een overshouldershot. Bourne lost de achtervolger van Ross af. Het lijkt erop dat Bourne de achtervolger neersteekt en hij zet hem op een bank neer. Wanneer hij dit doet, beweegt de camera mee omlaag, en als de man zit beweegt de camera weer omhoog naar Bourne. Dit versterkt het neerzetten en aflossen van de achtervolger. Hierna zien we Bourne weer van verschillende kanten: eerst van voren, daarna overschoulder en als laatste in een close-up. 

Ross vlucht op orders van Bourne een winkel in, waar hij door een deur gaat. Er volgt een medium long shot van een agent. Twee agenten rennen naar de deur, en op dit moment wordt de muziek weer wat hoger, wat de spanning ook verhoogt. De deur klapt net op tijd dicht, waardoor de agenten er niet meer door kunnen. 

Ik heb tot en met 1:54 minuut het fragment geanalyseerd, omdat hier een nieuwe scène begint en er genoeg te analyseren was in dit stukje. Wellicht pas ik mijn analyse nog aan wanneer ik meer kennis heb over het analyseren van films. 

Bronnen
Movieclips. (2011, mei 2011). The Bourne Ultimatum (2/9) Movie CLIP - Ross and Waterloo (2007) [Video file]. Verkregen via http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=DUd5RPVDjPY


--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Voor optimaal leesgemak bekijk je mijn blog met Google Chrome.